20 maart 2014 - de temperatuur komt boven de 21 graden!
Dit voorjaar maken we het ene na het andere weerrecord mee.en ook op Elba is het heerlijk toeven.
De Galloways lopen langs de Maas te kuieren maar ook over het wandelpad, dus blijven we maar aan de kant van de noordelijke vijver.
Ik zit lekker een tijdje aan de waterkant. Er is volop bedrijvigheid van de meerkoeten en de eendenpaartjes.
Maar wat me toch ineens erg opvalt is de enorme vervuiling: overal troep: veel plasticafval zoals een verzameling plastic bordjes, bestek en bekertjes als herinnering aan een picnic, ergens ligt een complete garderobe aan oude kleding, overal plastic flessen, blikjes, zakjes, en in de bomen langs het water hangt van alles.
Het was er natuurlijk allemaal al, maar sinds afgelopen zaterdag valt het me des te meer op: 15 maart stond de les van de IVN cursus in het teken van vervuiling van de Maas.
We hadden eerst een lezing van Gijsbert Tweehuyzen: ingenieur, eerder werkzaam bij o.a. DSM en Hogeschool Zuyd.
Daarna was hij de oprichter van stichting Waste free Waters en ontwikkelde het Project Schone Maas.
Hij gaf een overzicht van de hele problematiek rondom de plasticsoep in de oceanen; 80% van deze vervuiling komt via de rivieren de zee op.
Ook dus via de Maas. Het filmpje spreekt voor zich:
We kregen van Gijsbert een uitvoerige uitleg over het hele ingewikkelde probleem: plastic is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Bijvoorbeeld als
lichtgewicht verpakkingsmateriaal. Als alle plastics goed gerecycled zouden worden was er eigenlijk niet zoveel aan de hand: hij noemde het gebruik van plastic: uitgestelde energie.
Plastic wordt immers van aardolie gemaakt, en als je dat na gebruik weer verzamelt zou je dat materiaal na afloop weer kunnen gebruiken om om te zetten in energie.
Het echte probleem is volgens de spreker dat het systeem van recyclen lekt: er belandt enorm veel plastic in de natuur: je vindt bijvoorbeeld heel veel van die kleine plastickorreltjes die bij het overladen na de productie of door allerlei slordig handelen op de grond zijn beland. Bij veel regen stroomt alles het riool of ook wel sloten/beken en uiteindelijk de rivier in, richting zee. Zeemeerminnentranen worden ze wel genoemd.
Maar ook ander materiaal vind je langs de oevers: plastic zakjes, flessen, vooral veel waterflesjes, jerrycans, allerlei verpakkingsmateriaal, luiers, inlegkruisjes, incomateriaal, bakjes, plastic binddraad, grote hoeveelheden afgedankte kleding (waar heel veel synthetisch in zit) , noem maar op. En dat is alleen nog maar het plastic materiaal. daar komen alle blikjes, oude auto-onderdelen, chemisch afval, drugsafval (spuiten) en noem het allemaal maar op nog bij.
Het verpulvert en belandt in vaak hele kleine deeltjes bij hogere waterstand in de rivieren en verdwijnt zo naar zee.
Die plasticsoep op de oceanen is heel moeilijk op te ruimen. In de eerste plaats drijft maar een heel klein deel, zo'n 15%, op het water. De rest van de rommel zweeft in het water en het grootste deel ligt op de zeebodem.
Veel zeedieren hebben last van al die troep. Ze raken verstrikt, eten het op en lang niet altijd overleven ze dat.
Opruimen is helemaal niet eenvoudig. In de eerste plaats vanwege de grote hoeveelheden, maar ook omdat het vuil vermengd is met enorme hoeveelheden waterplanten en -dieren. Er zou enorm veel leven uit de zee gehaald worden als je dat gaat opruimen.
Er wordt wel hard gewerkt aan oplossingen, zoals een jonge Delftse student die bezig is met een methode om op te ruimen. Hij ontwikkelde dit apparaat ervoor: een soort stofzuiger voor op zee.
Maar eigenlijk is het natuurlijk veel beter om de problemen bij de bron aan te pakken: zorg dat er niet meer zoveel gevaarlijk afval in zee terecht komt.
In het project Schone Maas wordt gewerkt aan opruimen van troep langs de rivieroevers.
Na de lezing vertrokken we dus gewapend met hesjes Schone Maas, handschoenen, prikstokken en vuilniszakken naar de Maas: Bosscherveld bij Borgharen.
En dit troffen we aan:
Verbijsterend. daar sta je dan met je vuilniszakken en prikstokken: waar te beginnen. Na 1 1/2 uur werken met de hele cursusgroep (rond de 20 mensen) was de opbrengst 46 zakken a plus wat los groot afval. Zoals een deelnemer het zei: je kunt amper zien dat we iets gedaan hebben, alleen het gekleurde afval is weg. Een heleboel kleine rommel kun je niet eens wegkrijgen.
We staan wel trots te kijken bij al die zakken, maar eigenlijk is het een drama.
En wat levert het nou op?
Daar is toch wel wat over te zeggen:
- niets doen is erger
- als je de Maasoevers regelmatig opschoont ziet het er toch iets beter uit
- bewustwording en verantwoordelijkheidsgevoel in de samenleving.
Ik denk dat ik volgende keer gewoon een vuilniszak meeneem als ik op Elba ga wandelen.