dinsdag 4 maart 2014

Ongewenste vreemdelingen

26 februari - mooi weer, zo'n 11 °C

Het voorjaar begint er aan te komen.



Op een beschut plekje, in de kolk aan de noordkant van de noordelijke vijver, staat het klein hoefblad al te bloeien: Tussilago farfara L. 

Wordt vaak voor een paardenbloem aangezien, maar het is een plant die bloeit voordat het blad verschijnt en die heel goed herkenbaar is aan de typische stengel.
In maart zie je de plant overal bloeien, vanwege het zachte weer nu  in februari al.

Omdat het zo'n vroege bloeier is wordt ie graag bezocht door diverse solitairbijen: grasbijen, vierbandgroefbij, koolzwarte zandbij e.a.

Tussilago is een Asteracea, komt heel algemeen voor en heeft bij voorkeur vochtige, kalkhoudende grond.
De plant heeft ook geneeskrachtige toepassingen, maar dan vooral het blad: de slijmstoffen die de plant bevatten werken verzachtend op de slijmvliezen en hebben ook een hoeststillende werking.  

Op diezelfde beschutte plek vind ik ook bloeiende hondsdraf:  Glechoma hederacea L.


                                     

Ook al vroeg in bloei: de boeken geven aan dat deze vanaf april bloeit.

Hondsdraf kent ook een geneeskrachtige toepassing. Het hele kruid (blad en bloemen) kunnen gebruikt worden in een thee of als tinctuur bij vastzittende hoest.

In de volksgeneeskunde worden wel toepassingen beschreven als tonicum, bij diarree of bij zenuwachtigheid, maar lang niet al deze toepassingen zijn echt aantoonbaar, er is meestal geen onderzoek naar gedaan.

Wel oppassen met dit kruid: het heeft  een niet verwaarloosbare giftigheid. Dus niet teveel van gebruiken!

Iets verderop zie ik de auto van Hennie van het Waterschap staan. Hij is wel in voor een praatje en laat me zijn oogst van de dag zien: een kist vol dode bever- en muskusratten, zo'n 15 stuks. 

 
Overigens heeft hij de meeste dieren gevangen langs de Roer.
 
Hij houdt me een paar van de dode beesten onder de neus om het verschil te laten zien:
 
Dit is een beverrat, herkenbaar aan de oranjeachtige voortanden.
 


 
Verder kun je de beverrat herkennen aan de cylindervormige lange staart.
Het dier heeft ook zwemvliezen tussen de tenen, het is een heel goede zwemmer.
 
 

 
 
De muskusrat, ook wel bisamrat genoemd,  heeft een zijdelings afgeplatte staart.
 
Al jaren worden door de Waterschappen overal langs de rivieren muskus- en beverratten gevangen.
 
Het zijn geen inheemse dieren in ons land: ze zijn ooit geïmporteerd voor de bontindustrie. De beverrat komt vooral uit Argentinië. De Muskusrat komt van oorsprong uit  Noord Amerika, het bont is als bisambont op de markt gebracht. 
 
Een Tsjechische graaf nam begin 20e eeuw van een jachtreis door Alaska een paar muskusratten mee naar huis. Hij zette ze uit op zijn buitenverblijf in Bohemen, voerde ze een tijdje bij met wortels en aardappels en hield ze een seizoen in bedwang. Toen ging de graaf op jacht en schoot er meer dan 30 af.
 
 Maar achteraf bleek de graaf toch niet zo'n goede schutter: tien jaar later schatten deskundigen het aantal dieren in een straal van honderd kilometer rond het landgoed op ongeveer 2 miljoen!
 
De dieren bereikten Finland in 1919, Engeland in 1930 en Zweden in 1950.
 
In Engeland werden ze in 1937 volledig uitgeroeid.
In gebieden waar natuurlijke vijanden ontbraken verspreidden ze zich enorm snel.
 
Langs onze oostgrens is het probleem groot, mede omdat in Duitsland niets gedaan wordt tegen de verspreiding.
 
De beesten veroorzaken enorme schade aan dijken, ze graven lange gangenstelsels en maken hun nest onder de grond. De ingang van deze gangenstelsels liggen onder de waterspiegel.
 
 
                               foto website Waterschap
 
 
De waterschappen hebben er veel werk aan en moeten heel zorgvuldig te werk gaan.
 
Beverratten worden bijvoorbeeld altijd levend gevangen om te voorkomen dat er per ongeluk een beschermde bever of otter gedood wordt, ze lijken erg op elkaar en komen in dezelfde gebieden voor.
 
Een gevangen bever of otter wordt direct weer vrijgelaten.
 
 val voor beverrat/muskusrat in de Maas bij Elba.
 
 
Het aantal gevangen dieren daalt sinds een aantal jaren.
 
in 1987 werden in Limburg (toen nog door de provincie) meer dan 9000 muskusratten gevangen. Later namen de waterschappen het werk over. in 2009 was de vangst in Limburg ruim 1700 stuks en in 2012 bijna 1800.  Langzaam maar zeker dalen de aantallen in het hele land.
 
In Belgie staan muskusratten ook wel op het menu: Waterkonijn is een redelijk populair gerecht op veel menukaarten.
 
Na al die dode beesten toch maar weer verder kijken naar levende. Dus ging ik een tijdje
bij een van de vijvers zitten.
 
 
 
 
In de vijver een meerkoetenpaar, vast al op zoek naar een goede nestplaats.
 
Verder overal vogelzang, ook dit gaat al wat voorjaarsachtig klinken.
 
Toch zullen vogels niet zo direct eieren gaan leggen. Ze wachten daarmee toch tot de dagen wat langer worden. Gelukkig maar, het kan nog best koud worden.
 
Als Pepe en ik weer teruglopen, zien we nog een voorjaarsbloeier: het eerste speenkruidbloemetje gaat open: Ranunculus ficaria L.
 
Maar ik denk dat de bloemetjes hier niet erg veel kans hebben: volgens mij zijn het heerlijke hapjes voor de Galloways en de Konikpaardjes.
 
 
 
 
                                        
 
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten